Klara Live
De Oorlog van Peter Benoit: pacifisme met grote middelen
peter benoit
do 24 nov. - 4:40

Magnum opus
Peter Benoit schreef De Oorlog in 1873 op een bestaande tekst van de Antwerpse dichter Jan Van Beers. Het oratorium mag dan wel monumentaal zijn, hier horen we de 19de-eeuwse componist pur sang, niet de idealist die schrijft in een vereenvoudigde schriftuur ten dienste van de volksverheffing en de Vlaamse strijd, zoals Benoit dat daarna wel zou doen. De partituur is muzikaal zeer ambitieus. Bij het uitgebreide orkest en solisten voegt hij wel 16 koorgroepen.
Benoit houdt van dat grootse apparaat. Er was in die tijd ook een grote koortraditie. In vergelijking met Berlioz, Liszt en later Mahler is de bezetting van De Oorlog niet zo uitzonderlijk. Naast de monumentale passages zijn er ook idyllische en zachte delen.
Benoit kiest niet voor grote aria’s maar voor een declamatorische recitatiefstijl, waarin de tekst verstaanbaar moet blijven. Die tekst op zich mag dan in een 19de-eeuws Nederlands zijn, hij is best imponerend.

titelblad van de partituur

partituur
Oratorium in drie delen
Het oratorium begint met een idyllisch natuurtafereel, waarin de mens zich de koning van de schepping waant. Een spotgeest – een belangrijke rol in het werk, met een eigen motief - hekelt de hoogmoed van de mens: Hoor den trotschaard brallen! Ha! ha! Koning zich noemen van allen!
In het tweede deel loopt de machtswellust van de mens uit de hand: haat en wraak domineren, de Geesten der duisternis roepen op tot de strijd: Te wapen!.
Wat volgt is een uitzinnige strijdscène. Benoit zet alle middelen in om de razernij van de oorlog te verklanken. Het wapengekletter zelf is zonder meer spectaculair qua tekst en muziek, maar beslaat slechts een klein deel van het hele werk. Op het einde van het tweede deel zijn overwinnaars en verliezers te horen. De overwinnaars, bijgestaan door priesters en knapen, roepen God in om de zege te bejubelen. De verliezers doen verbijsterd hun beklag.
In het laatste deel schenkt Benoit veel aandacht aan de ontnuchtering na de strijd. Die reflectie is belangrijk in het geheel. Triomfalisme is niet aan de orde. Librettist Jan Van Beers laat een moeder in haar smart en gewonden in hun doodsstrijd aan het woord. De spotgeest bekritiseert de mens. Een allegorische rol van de Mensheid roept op tot broederlijkheid: Elk bemin zijn broeder Gelijk zich zelf!. (…) Zoo komt aan ’t eindloos broederslachten Misschien een einde.
Van Beers schreef het gedicht na verschrikkingen van een aantal Europese oorlogen. Helaas blijft het thema ook vandaag brandend actueel.
Volg De Oorlog van Peter Benoit Klara Live, vrijdag 25 november, met om 19u30 de inleiding en om 20u15 het concert.
Uitvoerders:
Jac van Steen (dirigent)
Katrien Baerts (sopraan) Cécile van de Sant (alt - Moeder) Frank van Aken (tenor - Eerste Gewonde) Lars Terray (bariton - Tweede Gewonde) Bastiaan Everink (bariton - Mens, Geweld) Charles Dekeyser (basbariton - Geest der Duisternis) Ivan Thirion (basbariton - Spotgeest)
Antwerp Symphony Orchestra; Groot Omroepkoor; Laurens Collegiumkoor; Octopus Symfonisch Koor; Meisjes Jeugdkoor Waelrant; Waelrant Kinderkoor.