
Villa d'Este
Villa d'Este 6 november: Afternoon in Paris
klassieke muziek
za 6 nov. - 11:11

Virtuositeit
Wat hadden we graag geleefd in Parijs aan het begin van de 19e eeuw. Dan hadden we getuige kunnen zijn van het spectaculair openbloeien van de muziekcultuur, de saloncultuur, de pianocultuur, de virtuozen-cultuur, de pianobouw, het uitgeversbestaan... Wat een rijkdom! Franz Liszt, Frédéric Chopin en Niccolo Paganini drukten toen definitief hun stempel op het Europese muziekleven van de 19e en 20e eeuw. Het conservatorium van Parijs was een kweekvijver van talent. Nochtans kreeg de piepjonge Hongaar Ferenc Liszt niet de kans er zich in te schrijven. De pianoklassen waren volgeboekt en buitenlanders moesten geduld oefenen! Het hield Liszt niet tegen prompt de Parijse salons te veroveren. Met behulp van pianobouwer Erard maakte de tiener zijn spectaculaire debuut in 1823 op een instrument met zeven octaven en een volstrekt nieuw repetitiemechanisme! Liszt, grote bewonderaar van de virtuoze vioolcapriolen van Niccolo Paganini schreef naar diens voorbeeld piano-etudes op thema's van zijn idool.
Devotie
Les leçons de ténèbres pour le Mercredi Saint van François Couperin dateren van een eeuw daarvoor, meer bepaald van 1714. Hij schreef zijn drie lamentaties voor de nonnen van l'Abbaye de Longchamp, een eeuwenoud klooster gesticht in 1255. De kloosterzusters waren zeer getalenteerde zangers. Couperin kon het hen dan ook met een gerust hart moeilijk maken. Tot vandaag zijn deze aangrijpende lamentaties die de eenzaamheid van Christus beschrijven snoep voor liefhebbers van sacrale muziek.
Moderniteit
In 1928 schreef George Gershwin zijn symfonisch werk An American in Paris. Die goedgemutste Amerikaan in Parijs, dat was hijzelf. Net teruggekeerd uit Parijs met enkele schetsen onder de arm, vond hij plezier in het uitwerken van die schetsen tot een werk in zeer vrije vorm, naar eigen zeggen "in Franse stijl, in de geest van Debussy en Les Six". "De meest geavanceerde muziek die ik tot nu toe gemaakt heb", voegt hij er nog aan toe. "De luisteraar kan zich bij deze muziek voorstellen wat hem zelf te binnen schiet." Vrijheid, blijheid, en de noodzaak voelen om over muurtjes te kijken, vinden we ook terug bij de hedendaagse componist David Lang (°1957). Samen met Michael Gordon en Julia Woolfe richtte hij in 1987 het ensemble Bang On A Can op, een zuiver Amerikaanse aangelegenheid dus. David Lang laat zich inspireren door de popmuziek, de klassieke muziek, het theater, de plastische kunsten en dans. Hij schrijft voor alle bezettingen, ook opera, koormuziek en soundtracks. Voor de film "Youth" van Paolo Sorrentino schreef hij het prachtige Simple Song #3.
Entertainment
Met de Parisienne Cécile Chaminade (1857-1944) betreden we lichtere paden. Cécile Chaminades muziek is hoofdzakelijk salonmuziek: pretentieloos, verleidelijk en sensitief. Zoals de meeste van haar vrouwelijke tijdgenoten componeerde ze hoofdzakelijk voor de piano. En net zoals de meesten werd ze door papàà op de vingertjes getikt toen ze als jong meisje aan het componeren sloeg. Een vrouw hoorde kinderen te baren, geen muziek. Tot haar fanclub behoorden evenwel niet de minsten: Bizet, Saint-Saëns en Chabrier. Die zetten haar aan om te blijven componeren, net zoals de muziekuitgever met wie ze in 1901 huwde. In Villa d'Este laten we drie juweeltjes van haar horen: Ondine, Automne en het lied Absente. Cécile Chaminade trok zich in 1936 terug in Monte Carlo waar ze in 1944 overleed. Ze heeft er waarschijnlijk nog de uitvoering van het ballet La Gaîté Parisienne van Jacques Offenbach in de orkestratie van de Parijzenaar Manuel Rosenthal (1904- 2003) meegemaakt, gedanst door het Ballet Russe de Monte-Carlo in het Théâtre de Monte Carlo in 1938. In dezelfde vrolijke sfeer situeren we Erik Satie (1866-1925) van wie enkele stukjes niet mogen ontbreken.
Belgen in Parijs
Parijs was ook voor Belgen onweerstaanbaar. Henri Vieuxtemps (1820-1881), een perfecte tijdgenoot van Offenbach, kwam als wonderkind al op zeer jonge leeftijd in Parijs terecht om er het publiek te betoveren met zijn sublieme vioolspel. Schumann en Paganini droegen hem op handen. Als prominente figuur van de Franco-Belgische vioolschool betekende Vieuxtemps immens veel voor de ontwikkeling van het vioolspel en de uitbreiding van het repertoire. Hij schreef naast 7 vioolconcerto's ook twee celloconcerto's. Zijn Celloconcerto nr.1 in a op.46 schreef hij in 1877. Terwijl Vieuxtemps als virtuoos veel reisde, leidde César Franck (1822-1890) eerder een zittend bestaan als componist, pedagoog en pianist, en als titularis-organist van de Sainte-Clotildekerk in Parijs. De Luikenaar werd in 1837 tot Fransman genaturaliseerd en gaf vanaf 1872 orgel aan het Parijse conservatoire. Van 1859 tot aan zijn dood bespeelde hij het orgel in de Sainte-Clotildekerk waar velen naar zijn orgelimprovisaties kwamen luisteren. Ronduit magistraal, om kippenvel van te krijgen, is zijn Choral nr.1, integraal te beluisteren in Villa d'Este. Niemand kan er omheen: Vieuxtemps en Franck drukten net als Chopin en Liszt hun stempel op het Parijse muziekleven van de 19e eeuw, en op de ontwikkeling van hun instrument.
Greet Van 't veld