Pompidou
Waarom we Marcel Proust moeten lezen
kunst en cultuur
ma 14 nov. - 1:07

Marcel Proust was amper 51 toen hij in Parijs stierf aan een longontsteking. Kort daarvoor had hij zijn magnum opus voltooid: de 7-delige romancyclus Op zoek naar de verloren tijd. In maar liefst 3000 bladzijden beschrijft hij een leven in de hoge kringen in het Franse fin-de-siècle.
Proust lezen kost tijd en inspanning. Toch staan zijn boeken nog altijd op de bucket list van heel wat boekenliefhebbers. Voormalig Klara-redacteur Claude Blondeel begon eraan na zijn pensioen. Literatuurfilosofe Leen Verheyen ziet in het lezen van Proust een oefening in concentratie. Vertaalster Désirée Schyns boog zich over ‘De 75 bladen’, de voorbode op de romancyclus die tot 2018 in een la bleef liggen. Samen gingen ze in Pompidou met Heleen Debruyne op zoek naar Proust: ‘Als je Proust leest, lees je jezelf.’
De wereldberoemde madeleine
‘Op zoek naar de verloren tijd’ is geen rechtlijnig verhaal. Op diverse momenten wordt de verteller terug in de tijd getransporteerd door bepaalde gebeurtenissen. De scène waarin het eten van een madeleine een reeks aan jeugdherinneringen oproept, groeide uit tot een wereldberoemd fenomeen. ‘Proust was de eerste om de memoire involuntaire zo gedetailleerd te beschrijven,’ verklaart Verheyen. ‘Het is een verkenning van de werking van de menselijke geest.’
Volgens Blondeel brengt het lezen van Proust ook onvrijwillig eigen herinneringen naar boven. ‘Als je Proust leest, lees je jezelf,’ meent hij. ‘Daarmee dat het ook zo traag gaat.’ Als je zelf als persoon verandert, zal dus ook je lezing van Proust anders zijn. Schyns is het daarmee eens: ‘Bij elke herlezing zal je steeds nieuwe dingen ontdekken. Als je het vijf jaar later leest, ben je zelf ook anders.’
Een roman over tijd vraagt tijd
‘Als je geen tijd hebt, moet je niet aan Proust beginnen,’ stelt Blondeel. De consensus is duidelijk: zijn romans vergen tijd. Toch zit daarin ook juist hun kracht, menen de Proust-liefhebbers. Verheyen schreef een essay over hoe iedereen tegenwoordig massaal met concentratiestoornissen kampt. ‘Zelfs mijn studenten literatuur hebben moeite met geconcentreerd blijven lezen,’ vertelt ze. De oplossing? Proust lezen.
Daarnaast is de cyclus in feite onaf. Onder meer door de ontdekking van ‘De 75 bladen’, die een voorstudie voor de roman vormden, blijkt dat Proust nog veel wilde schrappen en veranderen aan zijn tekst. ‘Hij was een absolute neuroot,’ lacht Schyns. ‘Zijn oorspronkelijke manuscripten zien eruit als een collage.’ Een erg waardevolle collage volgens de drie. Verheyen besluit: ‘Het vergt tijd, maar je krijgt er onwaarschijnlijk veel voor terug.’
Beluister hier de volledige uitzending: