Music Matters op 26 september: Alon Sariel en Koen De CauterBlijf verwonderd!

Alon Sariel
De Israëlische mandolinespeler Alon Sariel is in België. Momenteel toert hij door heel Vlaanderen om zijn nieuwe cd 'Bach in the white city' voor te stellen en een stop bij Olav kan natuurlijk niet ontbreken.
Voor dit nieuwe album ging Sariel vol voor een culture clash tussen Tel Aviv en Weimar. Weimar is de stad van Bach, Goethe en Bauhaus terwijl Tel Aviv nog een erg jonge stad is. Gelegen in het Midden-Oosten kent deze Israëlische plaats veel invloeden van zowel de Arabische als de westerse wereld.
Zo heeft Tel Aviv zijn naam als "Witte Stad" te danken aan de 4000 Bauhaus-gebouwen die er staan. Deze werden in de jaren ‘30 gebouwd door Duitse Joodse Bauhaus-architecten die voor het Nationaalsocialisme naar Palestina waren gevlucht. Daarmee heeft de stad de grootste verzameling aan gebouwen in deze stijl ter wereld.
Voor Sariel belichaamt de Israëlisch-Duitse componist Yehezkel Braun als geen ander dit Tel Aviv. Braun komt uit 1922, dezelfde periode waarin ook Bauhaus is ontstaan. Braun en de mandolinespeler kenden elkaar goed en Sariel heeft dan ook vaak voor de componist gespeeld.
Om de link tussen Tel Aviv en Weimar nog extra te benadrukken nam Sariel ook enkele stukken van Bach op. Zo ontmoet op de cd 'Bach in the white city' het Oosten ook muzikaal gezien het Westen.
Op 13 oktober speelt Alon Sariel zijn Bauhaus-programma in Vilvoorde.
Flarden
Het is een spannende tijd voor de jazzmusicus Koen De Cauter want hij lanceert deze week in Kortrijk, Antwerpen en Gent zijn allereerste boek 'Flarden' op swingende wijze. In Music Matters geeft hij alvast een voorproefje.
Een korte inhoud:
Als veertienjarige begint Koen De Cauter klarinet te spelen, later volgen ook gitaar en saxofoon. Al snel wordt muziek de lucht die hij ademt. Hij ontdekt de jazz uit New Orleans, de zigeunerjazz, dixieland, musette en later ook flamenco – ‘al die schone muziek komt allemaal van bij de marginalen’. Hij leert optreden in cafés en rondgaan met zijn hoed en voelt zich een halve zigeuner. Met de jaren groeit De Cauter uit tot een van onze meest virtuoze muzikanten. In dit boek strooit de oude meester parels uit die een spoor trekken door zijn leven en werken. Ze leiden naar artiesten die hij bewondert: Django Reinhardt, Georges Brassens, Wannes Van de Velde, Guido Gezelle. Maar ook naar notities over zijn eigen muziek en die van zijn fenomenale muziekdynastie, en naar mijmeringen over zijn vader en de manouchen en de weemoed. ‘Ik wil mijn muziek gelijk die opgesloten duif, moe en gebroken, die wanhopig bleef fladderen naar het licht achter ’t venster, die opflakkerde in plotse koortsige vlagen van hoop, en dan viel met gesloten ogen.’
Bron: EPO.
